Eén van de omvangrijke programma’s binnen de begroting is het programma Sociaal Domein. Binnen dit programma wordt een totaal aan lasten verantwoord van ruim € 31,2 miljoen. Onder dit deel van de programmabegroting worden o.a. verantwoord: Jeugdzorg, WMO, Participatiewet, minimabeleid, maatschappelijke zorg, exploitatie dorps- en gemeenschapshuizen, preventieve gezondheidszorg (GGD), enz. De overschotten/tekorten op de onderdelen Jeugdzorg, WMO en Participatiewet worden verrekend met de reserve sociaal domein.
Jeugdzorg
Jeugdzorg bestaat uit de taakvelden geëscaleerde zorg 18-, Maatwerkdienstverlening 18- en wijkteams. De lasten zijn met € 77.000 overschreden ten opzichte van geraamd. Dit betreft een overschrijding van iets meer dan 1%. Deze overschrijding is nagenoeg geheel te verklaren door een overschrijding op de lasten zorg in natura.
Voor het eerst, wordt in 2020 met de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland (onderdeel van GGD Zeeland) afgerekend op een vaste bijdrage op basis van de begroting. Dat wil zeggen dat er nog geen afrekening heeft plaatsgevonden over het verschil tussen de daadwerkelijk geleverde zorg en de vaste bijdragen op basis van begroting. Afrekening over dit verschil vindt plaats in 2021 en is niet opgenomen in de exploitatie van 2020. De afrekening op basis van de cijfers van het Inkoopbureau Jeugdhulp Zeeland bedraagt voor de gemeente Hulst circa € 610.000 te betalen.
WMO
Dit onderdeel bestaat uit de taakvelden geëscaleerde zorg 18+, maatwerkdienstverlening 18+ en maatwerkvoorzieningen. Het totaalsaldo van lasten en baten op deze taakvelden was geraamd op € 5.713.000, gerealiseerd is een saldo van € 5.080.000. Dit betreft een voordelig verschil van € 633.000.
WMO dagbesteding/begeleiding:
Per saldo is er op dit onderdeel een onderuitputting van circa € 520.000. In de begroting was een stelpost opgenomen van € 150.000 in verband met risico nieuwe aanbieders en onvoorzien. Deze stelpoten bleken niet nodig te zijn. Daarnaast is er door de zorgaanbieders minder aanspraak gemaakt op innovatiemiddelen, in totaal een bedrag van circa € 120.000. Tot slot was er een onderuitputting op de daadwerkelijke zorg in natura en de PGB budgetten.
WMO Huishoudelijke hulp:
Per saldo is er op dit onderdeel een onderuitputting van circa € 186.000. Met name de lasten personeel van derden en inkoop diensten derden waren lager dan begroot. Ook op de PGB budgetten zit een voordeel van circa € 20.000.
WMO overig:
De kosten voor het opstellen van de woonzorgvisie waren niet volledig geraamd. Dit leidt tot een nadeel van circa € 41.000. Ook de kosten voor aanpassing woonvoorziening gehandicapten bleken circa € 40.000 hoger dan geraamd.
Ten aanzien van de baten bleek met name de eigen bijdragen WMO een stukje hoger te zijn dan geraamd.
Participatiewet/BUIG:
Dit onderdeel bestaat uit de taakvelden Inkomensregelingen, Begeleide participatie en Arbeidsparticipatie. Per saldo is er op deze onderdelen een voordeel ontstaan van circa € 913.000. De uitvoering van de WSW vindt plaats bij Dethon. Bij begroting was door deze gemeenschappelijke regeling een tekort geraamd. Dit tekort bleek uiteindelijk lager te zijn dan begroot en leidde tot een lagere afrekening.
Op dit taakveld zijn ook de lasten voor de uitvoering van de TOZO regeling opgenomen. De hier hogere lasten als gevolg van TOZO worden (deels) gedekt door de hogere opbrengsten op het taakveld overhead. Daar is namelijk de vergoeding vanuit het Rijk voor de verwerking van de TOZO-aanvragen verantwoord.
Het overschot op het taakveld BUIG blijkt bij realisatie hoger dan geraamd.
Resteren de volgende taakvelden:
Samenkracht en burgerparticipatie
Per saldo (saldo van baten en lasten) is er een onderuitputting op dit taakveld van circa € 116.000. De ontvangen compensatie vanuit het Rijk bleek hoger dan benodigd. Dit leidt tot een voordeel van circa € 70.000. Ook de kosten voor het onderhoud van de dorpshuizen zijn lager dan begroot, circa € 55.000. Daar staat tegenover dat er ook geen onttrekking uit de reserve plaatsvindt. De exploitatie van dorpshuis De Binnendeur bleek circa € 20.000 lager dan geraamd. Tot slot bleek de afrekening collectief vervoer (WMO) circa € 11.000 lager dan geraamd.
Volksgezondheid:
Voordeel van € 65.000 op de lasten preventieve gezondheidszorg. Dit betreft een lagere bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling GGD. Daarnaast heeft de GGD in 2020 ook minder inspecties uitgevoerd. Tot slot bleken ook de salarislasten op dit taakveld lager dan geraamd.