Parkeerbelasting
Er zijn in 2020 geen parkeerautomaten vervangen waardoor een voordeel van € 30.000 ontstaat. De kosten voor afhandeling van parkeerboetes waren iets hoger dan geraamd. Tesamen met enkele kleinere over- en onderschrijdingen ontstaat een voordeel van ongeveer € 17.000 op de uitgaven.
De opbrengsten van parkeerboetes waren in 2020 ruim € 107.000 lager dan geraamd. De opbrengsten van vergunningen waren eveneens lager dan geraamd. De opbrengst uit automaten was iets hoger dan voorzien. Per saldo resteert een lagere opbrengst dan voorzien van bijna € 110.000.
Verkeer en vervoer
Met name op het gebied van de openbare verlichting is fors minder uitgegeven dan voorzien door het achterblijven van de uitvoering van opdrachten. Het merendeel van de in 2020 verstrekte opdrachten wordt pas in 2021 uitgevoerd. Wel is meer onderhoud gepleegd. Per saldo is ongeveer € 173.000 minder uitgegeven dan geraamd. Ondanks de hogere veegfrequentie i.v.m. onkruidbestrijding op verharding zijn de kosten voor reiniging van wegen ongeveer € 34.000 lager dan geraamd, enerzijds door minder kosten voor het afvoeren en storten van veegvuil en anderzijds door lagere onderhoudskosten van de veegmachine. De aan projecten toegerekende rentelasten zijn € 72.000 lager dan geraamd door onderuitputting op de lopende projecten. Dit voordeel is (gedeeltelijk) op programma Algemene dekkingsmiddelen geraamd. Er zijn € 68.000 meer personeelskosten doorberekend door verschuivingen in de bezetting en op diverse overige posten zijn kleinere over- en onderschrijdingen te zien tot een bedrag van € 34.000 voordelig.
Door enkele subsidies en de verkoop van verlichting op Perkpolder is er een voordeel op de inkomsten van ongeveer € 14.000.
Parkeren
De investeringsprojecten Welkomstdisplays en Toeristische infra/ bewegwijzering, die oorspronkelijk gedekt zouden worden uit de Regionale Impulsgelden worden niet verder uitgevoerd. De kosten die in het verleden op deze projecten zijn gemaakt, zijn ten laste van het budget voor bewegwijzering op de exploitatie gebracht waardoor een overschrijding van € 9.000 is ontstaan.
Economische havens en waterwegen
In 2020 is budget beschikbaar gesteld naar aanleiding van het onderhoudsrapport om de meest dringende onderhoudswerken uit te voeren. Omdat eerst uitgezocht moet worden wie verantwoordelijk is voor welk onderdeel van het onderhoud is dit echter nog niet uitgevoerd, waardoor de uitgaven bijna € 105.000 lager zijn dan geraamd. Tevens is budget beschikbaar gesteld voor juridische ondersteuning. Dit budget is nog niet volledig ingezet waardoor de uitgaven € 40.000 lager zijn dan geraamd. De overige kleinere verschillen belopen een bedrag van ongeveer € 6.000 minder uitgaven.
Openbaar groen en (openlucht) recreatie
I.v.m. de vervanging van openbaar groen is bijna € 41.000 meer uitgegeven voor aankoop van plantsoenmateriaal en huur materieel. Voor het inhuren van personeel is € 29.000 meer uitgegeven; dit wordt gedeeltelijk gecompenseerd door lagere salariskosten en minder uitbesteed onderhoud (€ 17.000). De kosten voor de verplichte inspectie t.b.v. boomregistratie zijn lager uitgevallen (€ 29.000). Voor het schoonmaken en afvoeren van vuil is ongeveer € 17.000 minder uitgegeven. Verder zijn er diverse kleinere over- en onderschrijdingen.
De inkomsten zijn hoger omdat een groter deel van de onderhoudskosten is doorberekend aan het waterschap op basis van de samenwerkingsovereenkomst (€ 25.000)
Begraafplaatsen en crematoria
In de begroting 2020 was de dotatie grafrechten voor toekomstig onderhoud en instandhouding niet geraamd waardoor een nadelig effect van € 64.000,- ontstaat t.o.v. de raming. Voor het opstellen van het beleidsplan begraafplaatsen was geen budget geraamd (€ 18.000). De onderhoudskosten waren € 20.000 lager dan geraamd en de toegerekende salariskosten voor begeleiding bij begrafenissen waren € 10.000 lager dan geraamd. Verder waren er diverse kleinere over- en onderschrijdingen.
De opbrengsten van grafrechten (m.n. verlengingen) waren ongeveer € 9.000 hoger dan geraamd. Door de lagere lasten waren ook de daarvoor geraamde onttrekkingen aan de voorziening lager (€ 6.000).