Kerncijfers
Groene sportaccommodaties | 27,7 ha |
---|---|
Aantal voetbalvelden in beheer van gemeente | 7 |
Aantal voetbalvelden geprivatiseerd (natuurgras) | 12,5 |
Aantal voetbalvelden geprivatiseerd (grassmaster) | 1 |
Aantal voetbalvelden geprivatiseerd (kunstgras) | 3 |
Aantal tennisvelden in beheer van gemeente | 4 |
Aantal tennisvelden geprivatiseerd | 25 |
Handbalveld geprivatiseerd | 1 |
Atletiekaccommodatie geprivatiseerd | 1 |
Hockeyaccommodatie privé eigendom | 1 |
Paardensportterrein privé eigendom | 1 |
Beleid
Het huidige beleid van de gemeente is erop gericht sportaccommodaties die in eigendom en beheer zijn bij de gemeente op een voldoende onderhoudsniveau te handhaven om aan de eisen van NOC/NSF te voldoen. Daar waar voor gebruikers en de gemeente voldoende voordelen te behalen zijn wordt de accommodatie geprivatiseerd. Op dit moment zijn geen privatiseringen in beeld. Voor accommodaties in eigendom van derden worden in principe gemeentelijke middelen ingezet. In 2019 is een start gemaakt met het nieuwe accommodatie beleid, met als doel de accommodaties toekomstbestendig te maken richting 2025. Hierbij is als eerste gestart van de inventarisatie van de buitensportaccommodaties. De inventarisatie is in 2020 afgerond. Mede op basis hiervan zal het beleidsplan sportaccommodaties worden opgesteld.
Financieel kader
De middelen voor het dagelijks onderhoud van de gemeentelijke velden zijn in de begroting opgenomen. Voor de geprivatiseerde velden ontvangen de verenigingen een vastgesteld subsidiebedrag per veld voor het dagelijks onderhoud en voor het vormen van een onderhoudsreserve. Deze subsidies zijn eveneens in de begroting opgenomen.
Knelpunten/risico’s
Door uitbreiding van de sportvrijstelling wordt voor een aantal verenigingen en stichtingen de exploitatie van hun sportaccommodaties nadeliger. Indien zij niet voldoende middelen kunnen reserveren voor het groot onderhoud van de velden zal de gemeente daar mogelijk later mee geconfronteerd worden.
Ontwikkelingen
Uit huidig onderzoek van het RIVM blijkt dat er geen relatie is tussen rubbergranulaatkorrels en verhoogde gezondheidsrisico’s. Nieuwe onderzoeksresultaten van het RIVM zullen nauwlettend gevolgd worden.